Welke activiteiten zijn toegelaten in het kader van de dienstencheques?
Hulp in de huishouding bij de gebruiker thuis:
- schoonmaken met inbegrip van de ramen;
- wassen en strijken;
- verstelwerk van strijkgoed;
- bereiden van maaltijden.
Belangrijk is dat het gaat om een huishoudhulp. Men mag dus niet met dienstencheques betalen voor klussen zoals: de herstelling van een toilet, elektriciteitswerken, behangen en schilderen, tuinieren, kleine verbouwingswerken, babysit, opvang van bejaarden en zieken, opvang en verzorging van dieren bij afwezigheid van de eigenaar, beheer of administratief werk voor een bedrijf…
Dienstencheques mogen slechts aangewend worden voor activiteiten die in de privé-sfeer plaats vinden, en nooit voor prestaties in een professionele omgeving (niet toegelaten zijn bij voorbeeld de schoonmaak van een dokterskabinet, een wachtzaal, een kamer of een studio die verhuurd wordt, enz.).
Hulp buiten het huis van de gebruiker wordt in de volgende gevallen toegestaan:
Boodschappen doen:
men spreekt hier over dagelijkse boodschappen zoals naar het postkantoor, de bakker of de apotheker gaan.
Wordt niet beschouwd als dagelijkse behoefte: aankoop van meubelen, huishoudtoestellen, audiovisueel materiaal, de aankoop van warme maaltijden, de periodieke verdeling van kranten en weekbladen.
Strijken in een lokaal van de onderneming en niet bij u thuis
(eveneens verstelwerk aan het te strijken linnen).
Worden beschouwd als strijken, het strijken zelf en de volgende activiteiten:
- het registreren: de ontvangst van het door de klant gebrachte te strijken linnen, het registreren van de te strijken stukken en het opstellen van een ontvangstbewijs;
- het sorteren: het sorteren van het te strijken linnen volgens productieproces;
- het controleren: de kwaliteitscontrole en de eindcontrole na het strijken;
- het verzamelen: het gestreken linnen opnieuw per klant sorteren;
- het verpakken: het gestreken linnen inpakken;
- het bestellen: het afhalen van het gestreken linnen in het strijkatelier door de klant en het afhandelen van de betaling.
Het transport van gehandicapten
Hulp bij verplaatsingen van een particulier of van een minderjarig kind, met een erkenning als mindervalide,
- wanneer de persoon die bij dit vervoer geholpen wordt een erkend gehandicapt persoon is dan moet het transport uitgevoerd worden met een aangepast voertuig waarvoor de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer een attest heeft afgeleverd;
- wanneer de particulier geniet van een uitkering voor bejaardenhulp of wanneer de particulier minstens 60 jaar is en prestaties geniet, verstrekt door de door de bevoegde overheid erkende dienst voor gezin en bejaardenhulp, dan is een aangepast voertuig niet vereist.